Deze vazen van Avantia Damberg, Caribbean visual artist (1977) vertellen het verhaal van de aprilmoorden in Curaçao. In de jaren ‘30 vertrokken Chinezen uit Rotterdam naar Curaçao om te werken in de Nederlandse fabriek van Shell. Ze mochten alleen het zwaarste werk doen, zoals stoken en kolensjouwen op olietankers. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de olietankers bovendien aangevallen door de nazi’s vanuit U-boten. In april 1942 kwamen de arbeiders in opstand tegen deze gevaarlijke werkomstandigheden. Vijftien arbeiders werden tijdens deze opstand gedood door de politie en Shell-bewakers. Ze werden anoniem begraven in een massagraf op Curaçao.
Avantia maakte deze vazen ter nagedachtenis aan de vermoorde mannen. Ze hebben de blauwe kleur van Delfts aardewerk (een verwijzing naar Nederland) en de vorm van gemberpotten uit de Qing-dynastie (een verwijzing naar China).
De vazen zijn nog tot en met 22 oktober te zien op de tentoonstelling ‘Tussen grenzen – Migratie, macht en grenzeloze verbeelding’.