Kunstenaar Carel Willink (1900 … 1983) en zijn tijdgenoten Raoul Hynckes (1893 … 1973) en Wim Schuhmacher (1894 … 1986) behoorden in de jaren 1930 en ‘40 tot de absolute top van de Nederlandse schilderkunst. Ook nu worden ze nog vaak in een adem genoemd als ‘magisch’ of ‘neo’ realisten. Het stilleven, het landschap, de verstilde sfeer en de virtuoze stofuitdrukking verbinden het werk van dit drietal.
Amusante avonden
De drie oeuvres van Willink, Hynckes en Schuhmacher zijn bijzonder eigen en herkenbaar. Toch zijn er hier en daar duidelijke overeenkomsten te zien in stijl, thematiek, compositie en sfeer. De kunstenaars begonnen elk hun carrière in een modernistische stijlen kwamen ongeveer gelijktijdig tot de realistische beeldtaal waarmee ze hun roem verwierven. Willink en Schuhmacher volgden in 1926 in Parijs tegelijk lessen in het tekenen naar naaktmodel in het atelier van Henri Le Fauconnier. In de Amsterdamse kunstwereld van voor de Tweede Wereldoorlog ontmoetten de drie schilders elkaar regelmatig, onder meer in het grand café Americain. Volgens Hynckes beleefde hij daar vooral met Willink en diens tweede vrouw Wilma ‘talrijke en amusante avonden’. De drie hadden bovendien dezelfde galeriehouder: Carel van Lier. Ze kenden elkaars werk en ontwikkeling dus goed en zagen geregeld dezelfde tentoonstellingen waaruit zij inspiratie putten.
Competitie?
In de jaren 1920 haalden Willink, Hynckes en Schuhmacher veel inspiratie uit het kubisme. Dit komt terug in de hoekige vormen, streng geordende composities en een iets naar voren gekanteld perspectief. Een berg, een fles, een fontein en een oude vrouw hebben allemaal een vergelijkbare vereenvoudigde vorm met veel nadruk op het lijnenspel. Ook liggen de gebruikte kleuren dicht bij elkaar, van overwegend blauw-grijs tot bruin-grijs.
Hynckes zocht zijn onderwerpen dicht bij huis: hij had zich al vanaf de vroege jaren 1920 volledig gewijd aan het stilleven. Maar ook Schuhmacher zou vele stillevens schilderen en Willink maakte er aan het begin van zijn carrière een aantal. Een veldboeket, appels, peren en een takje met een enkel blad… Willink en Hynckes schilderden gelijksoortige onderwerpen in een vergelijkbare stijl en kleurgebruik op bijna dezelfde momenten. Toeval? Het resultaat van artistieke uitwisseling? Of misschien zelfs een vorm van competitie?
Meesterschap
Zowel Willink als Schuhmacher gingen graag op reis naar Zuid-Europa. De landschappen, dorpjes, architectuur en plaatselijke bevolking zien we ook terug in hun werk. Schuhmacher schilderde vervolgens in zijn atelier met uiterste detaillering de karakteristieke locaties die hem onderweg hadden geïnspireerd. Hij baseerde de volledige voorstelling op de realiteit, maar de sfeer, kleur en het wat uitgerekte perspectief zijn typisch Schuhmacher. Willink baseerde alleen de losse onderdelen in zijn schilderijen op de werkelijkheid, van zijn woonplaats Amsterdam tot gebergten en klassieke beelden die hij op reizen door Europa zag. Zijn landschappen lijken misschien net echt, maar niks is minder waar: het zijn vaak door de schilder bedachte ‘collages’.
Hynckes, Schuhmacher en Willink blonken alle drie uit in stofuitdrukking: de weergave van materialen en oppervlakken in een kunstwerk. Hiermee konden ze hun meesterschap tonen als realistische schilders. Welke veren voelen het zachtst aan: die van Hynckes’ eend en snip of die van Schuhmachers trapgans en eend? Of wint de pluizige bontstola die Willinks tweede vrouw Wilma draagt in het Dubbel vrouwenportret? Wat maakt dat wij als kijker écht geloven wat we zien? Realistische kunst kan niet zonder technische perfectie. Of wel?
Staging Silence
Het stilleven, het landschap, de verstilde sfeer en de virtuoze stofuitdrukking verbinden het werk van Willink, Hynckes en Schuhmacher.
Bijna een eeuw later, treffen we deze aspecten ook in de in Museum More in Ruurlo getoonde video van de hedendaagse kunstenaar Hans Op de Beeck(1969). In opeenvolgende ‘filmsets’ creëert hij verbluffend realistische voorstellingen met miniatuurmeubels en -attributen en eenvoudige huiselijke materialen zoals een dekbed of een prop aluminiumfolie.
In Museum More in Gorssel staat permanent een grote sculptuur van Op de Beeck. Met deze video toont het museum een ander belangrijk medium binnen zijn oeuvre.
(Bron: Museum More)